Voor onder de kerstboom: de boekentips van 2021 van de Knack-redactie - Boeken - Knack

2021-12-27 10:48:59 By : Ms. yocan yuki

Ook in 2021 werkte de redactie van Knack zich door karrenvrachten nieuwe uitgaven. Dit is de best of van onze redacteurs - van migratie tot jazz, van musical tot geloof.

In het essay 'Over de aanspraken van den mensch op geluk' - een verwijzing naar Multatuli - maakt Abicht een stand van zaken op van onze 'pursuit of happiness', bijna 250 jaar na de Amerikaanse Declaration of Independence. Zijn analyses van vrijheid, gelijkheid en empathie - Abicht verkiest dat concept boven de 'broederlijkheid' - zijn scherp, genuanceerd en inspirerend. Zijn iets stuggere geschiedenis van het anarchisme, een geslaagde poging om het beladen begrip uit de klauwen van reactionaire karikaturen te redden, kan gezien worden als complement bij dat essay. Abicht blijft een van Vlaanderens scherpste geesten, een denker die niet ophoudt de anderen, de wereld en vooral ook zichzelf te bevragen en daar de energie vindt om, altijd tegelijk falend én hoopvol, te werken aan een betere wereld.

Een klein boekje dat in de brede woke-cultuur te situeren valt, en toch niet in de valkuilen van het identitaire antiracisme valt. Dabiri verenigt het beste van twee werelden: de hernieuwde aandacht voor de strijd tegen discriminatie enerzijds (een pluim die de woke-beweging op haar hoed kan steken), en de solidariteit waar vroegere generaties van antiracismeactivisten op mikten anderzijds. Coalities bouwen, dat is wat ons te doen staat, in het volle besef dat racisme ook de racisten zelf schade toebrengt. Dit boekje vertrekt van de premisse dat we allemaal met elkaar verbonden zijn, ook al willen we dat graag vergeten. Wie legt het onder de kerstboom van Mia Doornaert?

Dit boek heeft de afgelopen maanden al veel complimenten gekregen, en terecht. Ik wil er nog twee aan toevoegen. Nieuw België is niet alleen de eerste grondig gedocumenteerde geschiedenis van de migratie en het bijbehorende verhitte debat in ons land, de auteur van het boek slaagt er ook in om in het intellectuele mijnenveld rustig bij de feiten te blijven. Het is een verademing om eens géén schreeuwerig opiniestuk te lezen voor of tegen de hoofddoek, maar een feitelijk verslag van wat er gebeurde en waarom. Dat betekent tegelijk dat zowel voor- als tegenstanders van migratie er argumenten zullen vinden en terloops - wie weet - misschien zelfs aandacht kunnen opbrengen voor de feiten die in het kraam van de tegenstander passen. De geschiedenis is veel complexer, zo valt in het boek na te gaan, dan de cultuurstrijd die het migratiedebat maar al te vaak geworden is. Ten tweede is er ook de schrijfstijl, die helder en laagdrempelig is. Naegels slaagt erin de lezer bij de hand te nemen, niet helemaal ongelijk aan hoe een Bart Van Loo dat doet, zonder dat hij schoolmeesterachtig wordt. Die schriftuur wordt zo langzaam aan de nieuwe standaard in de Vlaamse non-fictie, en die bloeit dan ook als zelden tevoren.

Tijdens de lockdown van 2020 ging fotograaf Eddy Verloes uitwaaien op het strand. Hij trof er een groep uitgelaten chassidische Joodse jongens. Strak-zwarte schimmen, wapperende haren, ontsnappende hoeden: het lijken beelden uit een andere wereld, ware het niet dat het plezier dat ze erin hebben universeel is. Verloes' foto's gingen de wereld rond, en de man uit Boutersem won er onder meer de Travel Photographer of the Year-prijs voor. Benno Barnard, kenner van het jodendom, schreef er ontroerende gedichten bij, vol vervreemding, wrange melancholie en mals Jiddisch. 'Zeyn shtil' - ik heb het de vele roepers in 2021 vaak toegefluisterd.

U bent nieuwsgierig naar jazz maar weet niet waar te beginnen? Ons advies: pak het niet chronologisch aan, niet iedereen loopt warm voor krassende opnames uit de sepia jaren 1920. Want wat telt er nu echt: historische volledigheid, of dat u er, op verschillende niveaus, van geniet? Ontroering, troost, joie de vivre, rebellie, lust en dansbenen: jazz biedt het allemaal. Heen en weer hinkelend door de jazzgeschiedenis selecteert Van Keymeulen, jarenlang jazzrecensent van De Standaard, '50 iconische jazznummers voor alle moods'. Waar moet u op letten, wat maakt deze muzikant bijzonder, wat leunt erbij aan: de auteur vertelt het kort en inzichtelijk, en via een QR-code krijgt u er meteen de Spotify-lijst bij.

Lees verder onder de afbeelding

Voor mij zonder discussie het beste 'Vlaamse' non-fictieboek van vorig jaar. Voor het eerst neemt een schrijver de tijd (dat wil zeggen: een aantal jaren opzoekingswerk) en de moeite om mogelijk de belangrijkste transitie te beschrijven die België en Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog doormaakten: de massa-immigratie van Oost- en Zuid-Europese en later vooral Marokkaanse en Turkse 'gastarbeiders': hun kinderen en kleinkinderen noemen we nog altijd 'nieuwe landgenoten', of zoiets. Het was geen spontane evolutie, maar een bewust nationaal project, waarbij de belangrijkste werkgevers nadrukkelijk vragende partij waren. Men vergat eigenlijk dat arbeiders niet alleen werken maar ook leven, met alles wat daarbij komt. Het was het het begin van een kolossale verandering van onze samenleving, ongetwijfeld dieper en fundamenteler dan de Tweede Wereldoorlog zelf. Het leidde tot een brede ontheemding, niet alleen bij de nieuwkomers maar ook bij de Oude Belgen. 'Op zoek naar geluk is de mens ontspoord', zo citeert Naegels op het einde van zijn boek wijlen Manu Ruys, 'En die ontsporing heeft geleid tot een lelijke janboel.' Dan zijn we nog maar in 1980 en moet het VB zich eigenlijk nog manifesteren, en alles wat daarbij hoort. Dat is voor een tweede deel. Hopelijk komt dat er op tijd, want de manier waarop vandaag, opnieuw vooral door werkgevers, opgeroepen wordt tot het gericht aantrekken van 'de juiste buitenlanders' met 'de juiste kwalificaties', doet verhopen dat politieke en maatschappelijke beleidsmakers Naegels' boek dringend ter hand nemen, om te leren uit de fouten en vooral uit de nonchalance waarmee omgesprongen werd met het fenomeen migratie, en ook met het maatschappelijke weefsel van het land van aankomst en toekomst.

Ondanks de vele kritieken erop vond ik Reset van Mark Elchardus het belangrijkste politieke non-fictieboek dat in 2021 in Vlaanderen verscheen, maar De Moord in Burundi van Ludo De Witte het meest onthullende, het meest oncomfortabele ook: koning Boudewijn en minister van Buitenlandse Zaken Paul-Henri Spaak wisten in 1961 van de Belgische betrokkenheid bij de moord op Louis Rwagasore, de pas verkozen premier van ex-kolonie Burundi, en beiden probeerden dat op hun manier toe te dekken. De koning door de moordenaars gratie te verlenen, de minister door hen 'gewoon' te laten executeren. De vonnissen werden voltrokken, de Belgische cocomplotteurs bleven onder de radar. Nog frappanter: in het België van 2021 vindt de geletterde elite het dringender en belangrijker om elkaar voor woke of wit uit te schelden, dan deze frappante koloniale geschiedenis centraal te stellen in het publieke debat en er politieke of op z'n minst historische lessen uit te trekken. Het collectieve geheugen kan best vervolledigd worden met een paar ongemakkelijke feiten, die nogmaals aantonen dat de Belgische elites hun Afrikaanse kolonies en mandaatgebieden wel 'onafhankelijkheid wilden verlenen' (in werkelijkheid konden ze niet anders), maar dat ze echt niet bereid waren om het koloniale model zomaar op te geven. Dat begon dus met het fysiek afmaken van de jonge en bijzonder populaire winnaar van de eerste vrije verkiezingen die het land ooit kende. Het was gelukkig een van de allerlaatste stuiptrekken ginds van de Belgische beschaving.

Meer dan tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog is er een constante vloed van boeken over wat nog altijd de grootste en ergste oorlog uit de geschiedenis van de mensheid is. Zeker, de grote lijnen, de tussenplotten en de myriaden microverhalen: ze lijken zo goed als allemaal al geschreven. Of toch niet, want bijvoorbeeld Max Hastings leverde andermaal knap werk met Operation Pedestal, vertaald als Operatie Pedestal, het relaas van het gruwelijke wedervaren van het om allerlei redenen zo belangrijke Britse konvooi dat in 1942 afvoer naar het zwaar belaagde Malta.

'Om allerlei redenen': daar draait het om in het origineelste en in zekere zin meest indringende boek over de Tweede Wereldoorlog dat ik vorig jaar las: The Armchair General van John Buckley, een Britse hoogleraar krijgsgeschiedenis. Het hoofdpersonage - de generaal in de armstoel - dat bent u, de lezer. In tijden van gelijkhebbers en altijd-beter-weters neemt de auteur de lezer bij de hand, zet hij hem in de plaats van de decisionmakers van toen, haalt ons uit onze comfortzone van achterafkennis en nodigt uit om zelf de keuze te maken. Het heeft wat van 'what if'-geschiedenis ('wat als de geschiedenis net een beetje anders was verlopen?'), en helaas geeft de lay-out de indruk dat het om een intellectueel spelletje gaat. Maar de tekst is keurig, sec, en uiteindelijk hoogst confronterend. Zonder het te schrijven maakt de auteur duidelijk dat er doorgaans geen 'goede' kant was aan welke belangrijke beslissing ook: het ging altijd ten koste van veel te veel levens, onschuldige ook. Oorlog als eindeloze smeerlapperij, en al die ploerterigheid werd gemanaged door mannen die uiteindelijk slechts één doel hadden: nazi-Duitsland (en het imperiale Japan) verslaan. Het is alsof dit boek een spiegel is: wat zou jij, achterafcriticus van die vreselijke bombardementen op Duitse steden of van de atoombom, dan wel hebben gedaan? Tegen welke prijs? Want alternatieven waren er inderdaad. Er had niet gebombardeerd hoeven te worden. Churchill had met zijn grote mond in 1940 niet hoeven op te roepen tot een epische strijd: de Britten hadden evengoed kunnen onderhandelen met Hitler. De Russen hadden Stalingrad niet tot de laatste morzel gronds hoeven te verdedigen, straat per straat, gebouw per gebouw, kamer per kamer. De kostprijs daarvan was inderdaad immens. Maar wat was dan het alternatief geweest? Welke andere prijs zou er telkens zijn betaald? Dit is niet alleen een prikkelend boek, maar vooral een vorm van geschiedschrijving om nederig van te worden: geschiedenis is nuttig en noodzakelijk als een belangrijke bron van kennis en inzicht, maar niet als bewijs van het eigen grote, zo vanzelfsprekende gelijk.

Louis debuteerde in 2014 met Weg met Eddy Bellegueule, een autobiografische roman waarin hij zijn jeugd als opgroeiende homoseksueel in Noord-Frankrijk van zich af schreef. Hij schildert daarin een hard en kil portret van het arbeidersgezin waarin hij geboren werd. Sindsdien is Louis, voor wie zijn debuut meteen zijn internationale doorbraak was, verhuisd naar Parijs, en publiceerde hij met Wie heeft mijn vader vermoord? een veel warmere en ontroerende epiloog over zijn vader. In Strijd en metamorfose doet hij hetzelfde voor zijn moeder, en dat boekje is misschien wel het beste van de drie. Ook zij woont ondertussen in Parijs. Ze is misschien nog altijd niet gelukkig, maar ze heeft zichzelf net als haar zoon gered van de ellende waarin ze jarenlang leefde. Catherine Deneuve heeft een bijrolletje als in een kerstverhaal.

Toen De geschiedenis van mijn seksualiteit in februari verscheen, stond op de kaft nog Sofie Lakmaker als auteur vermeld. Sofie werd ondertussen Tobi, maar dit debuut vertelt nog steeds het verhaal van een lesbische jonge vrouw - haar identiteit als transgender komt nog maar heel zijdelings aan bod - die in Amsterdam opgroeit en haar weg zoekt. Lakmaker schrijft er oergeestig over, en het is sowieso al fris omdat het niet weer een Amsterdamse, heteroseksuele schrijver is die zijn lezers lastigvalt met zijn seksualiteit. Op het einde van het boek blijkt er ook een donkere wolk boven het leven van Lakmaker te hangen, wat De geschiedenis van mijn seksualiteit nog net iets meer maakt dan - al heb ik daar ook helemaal niets op tegen - pretentieloos amusement.

Afhankelijkheid, het laatste deel in de Kopenhagen-trilogie van Tove Ditlevsen, verscheen in het Nederlands eigenlijk helemaal aan het eind van 2020, maar The New York Times noemt de hele trilogie ook als een van de beste tien boeken van 2021, en oorspronkelijk verschenen de drie titels (naast Afhankelijkheid ook nog Kindertijd en Jeugd) natuurlijk in het Deens al tussen 1967 en 1971. Ditlevsen is zo'n auteur die internationaal helaas pas na haar dood veel beroemder is geworden dan ze bij leven en welzijn was. Deze trilogie is autobiografisch, en Ditlevsen vertelt daarin over de jaren waarin ze in Kopenhagen opgroeide, haar eerste stappen zette als dichteres en schrijfster, en ook voor het eerst worstelde met drugs en verslavingen. Daarvoor wordt ze tijdelijk ook opgenomen. Ze schrijft er allemaal lucide over, en is daardoor bij momenten ontzettend geestig - vooral de scènes met haar moeder zijn mij, zoals wel vaker, bijgebleven. Ditlevsen laat, zeker voor de tijd na de Eerste Wereldoorlog waarover ze schrijft, een unieke stem horen.

Eigenlijk zouden we met z'n allen wat meer possibilist moeten worden. Het is vandaag de dag niet moeilijk om te vervallen in de gedachte dat de wereld om zeep is en dat daar niets meer aan te veranderen valt. Cynisme en realisme lijken soms synoniemen van elkaar geworden. Possibilisten - een term die in deze betekenis afkomstig is van de Zweedse arts en statisticus Hans Rosling - geloven niet dat de dingen beter zullen worden, maar dat ze beter kúnnen worden. Niet vanzelf, maar omdat wij ze zelf beter kunnen maken. Het midden tussen optimisme en pessimisme. Caroline Pauwels, rector van de VUB, is zo iemand. 'Sinds ik in juni 2019 een harde diagnose kreeg (maag- en slokdarmkanker, nvdr) adem ik meer dan ooit possibilisme', schrijft ze. Vanuit die ingesteldheid vertelt ze over haar passie voor de wetenschap, over verwondering en over haar ontmoetingen met inspirerende mensen. Toch is dit geen wetenschappelijk boek, maar zoals de titel het ook zegt overpeinzingen (opinies, zo u wil) over de heetste hangijzers in het maatschappelijke debat, zoals woke en cancelcultuur, jongeren en onderwijs, de strijd tegen racisme, vrijemeningsuiting, vrouwenquota en ja, ook de coronacrisis.

'Ik vecht niet tegen kanker, ik vecht voor het leven': lees hier een interview met Caroline Pauwels.

Lees verder onder de afbeelding

In het geheim geloven, bekroond met de Prijs Christelijk Boek 2021 van Medianetwerk Plus, is de rijke autobiografie van de Tsjechische priester Tomás Halík. Het leest als een mix van een spannende politieke thriller en een prikkelende theologische verhandeling. Hoewel bij ons misschien eerder onbekend, is Halík een internationaal gewaardeerd denker die de prestigieuze prijzen (de Tempelton-prijs, bijvoorbeeld, ook wel de Nobelprijs voor religieuzen genoemd) en eredoctoraten (Oxford, Cambridge) aaneenreeg. In zijn levensverhaal weerklinkt de wereldgeschiedenis: een vriend van Václav Havel, vertrouweling van paus Johannes Paulus II, en vandaag een grote medestander van paus Francisus.

Wie dit boek leest, krijgt bijzonder veel. Een boeiende les Oost-Europese politieke geschiedenis, bijvoorbeeld, maar ook diepgaande en toch toegankelijke theologische filosofische bespiegelingen. Halík put voor zijn denken en handelen uit erg veel en inhoudelijk zeer diverse bronnen: klassieke christelijke denkers, maar evengoed boeddhistische, joodse en atheïstische. Bovendien schrijft Halík erg goed. Een feest voor de geest, dit boek.

Een interview met Tomás Halík leest u hier.

Inghels schreef een echte pageturner. Zijn onderwerp is Piet Van Haut, een van de bekendste oplichters die dit land ooit heeft voortgebracht. Een megalomane mythomaan is hij - de titel heeft híj bedacht - en zonder meer een spectaculair figuur. Veel van zijn stunts zijn hilarisch. Zo deed hij zich voor als een hoge magistraat om een helikopter op te vorderen voor een 'inspectieronde' boven Belgische gevangenissen. Maar oplichters maken ook slachtoffers. Zoals de lezer, want de anekdote over de helikopter? Die is verzonnen, geeft Van Haut voorbij halfweg het boek toe aan Inghels (maar stond wel in vele kranten). Velen hebben handenvol geld verloren aan deze man, of zorgeloze jaren: Van Haut stalkte bekende actrices, goed wetende dat hij hen daarmee 'psychologisch (kon) vermoorden'.

Inghels brouwde een eigenaardig boek. Is het een roman? Is het non-fictie? Onduidelijk, maar Het mirakel van België leest lekker. Inghels kan schrijven en weet zelf ook te spelen met feit en fictie - hij beschrijft interviews over dit boek die uiteraard pas kunnen plaatsvinden nadat het boek is uitgekomen. Hij verweeft Van Hauts biografie met zijn eigen lijdensweg die zijn bestaan als beginnend dichter soms was (om den brode schreef hij grappen voor De Slimste Mens ter Wereld, toen die televisiequiz nog een vergaarbak van vooral debiele vulgariteiten was). Inghels heeft in die jaren soms angsten uitgestaan, vrezend dat hij zelf in de greep was gekomen van Van Haut, en die angsten springen soms over op de lezer. Van Haut heeft de uitwerking van een lamp op een mot. Te dichtbij komen, is fataal.

Een interview met Maarten Inghels leest u hier

Nog zo'n opmerkelijk boek wat de vorm betreft. Duet is de debuutroman van de Nederlandse auteur Ilse Josepha Lazaroms en het spannende, soms zeer aangrijpende relaas van een vrouw die wil ontsnappen aan een man, genaamd A., die steeds dieper in steeds krankzinniger complottheorieën wegzakt en haar almaar harder en venijniger mentaal mishandelt. Hun verhaal speelt zich af op een woonboot, genaamd Duet, aangemeerd in de haven van New York.

Lazaroms vertelt een dramatisch verhaal. Enerzijds is er A. die steeds agressievere complottheorieën gelooft, tot walgelijke antisemitische toe. Anderzijds is er zijn gaslighting, een vorm van psychologische manipulatie die slachtoffers moet laten twijfelen aan hun waarneming. Gaslighting en complottheorieën hebben iets gemeen, leer je in dit boek. Allebei bevatten ze een beetje waarheid. Complottheorieën wortelen in het feit dat overheden inderdaad al eens onfrisse zaken bedisselen, maar ontsporen in de omvang ervan. Gaslighting speelt in op bestaande angsten. Lazaroms was bang om geen goede ouder te kunnen zijn, en daar hakte A. genadeloos op in.

Hoe dramatisch het verhaal ook, Duet is een en al vertelplezier. Lazaroms verweeft adembenemende anekdotes met wetenschappelijke inzichten over mentale mishandeling, strooit met citaten van voor haar bijzondere auteurs en lardeert alles met poëtische eilandjes die het verhaal een bezwerende cadans geven. Ook dit boek speelt dus met vorm, wat er een rijke literaire ervaring van maakt.

Hoe kon 'een goed mens' (Bernd Ulrich van Die Zeit) zich zestien jaar lang handhaven in de absolute toppolitiek? Het antwoord staat in dit indrukwekkende boek. Het is, behalve een lijvige biografie van een uitzonderlijke vrouw, ook een politieke geschiedenis van de voorbije vijftig jaar in Europa en - niet in de laatste plaats - een antidotum tegen cynische antipolitiek.

Het idee om onze naoorlogse geschiedenis door de bril van migratie te beschrijven was excellent. Maar nog veel meer lof verdient de manier waarop Tom Naegels het idee heeft uitgewerkt. Het boek ademt oprechte interesse, liefde voor het detail en de feiten, maar ook - onnadrukkelijk - betrokkenheid en empathie. Ik kijk reikhalzend uit naar deel twee.

Hij heeft hem nog niet, de grote literaire prijs die hij al jaren verdient. Een cowboyhoed en bijpassende laarzen, dat wel. En een hoogste originele, dwingende pen. Met het hilarische Cruise (2019) nam Christophe Vekeman het fenomeen 'woke' op de korrel nog voor Mia Doornaert ermee aan de haal ging. In Carwash, een amusante brok vaderlandse literatuur die tegelijk een musical is, haalt hij swingend en zingend de traumaroman door de mangel. 'Rot toch op met je romans vol rare schijnproblemen', klinkt het in een refrein. Iemand moest het zeggen.

Een goed geresearcht en weldoordacht boek over de productie van ons voedsel, met veel aandacht voor hoe het beter - lees: milieuvriendelijker én gezonder - kan. Alle relevante actoren komen aan bod, inbegrepen de Boerenbond.

Een pakkende beschrijving van de moeilijke integratie van een verwilderde Spaanse berghond, genaamd Boef, in een lichtjes disfunctioneel Vlaams schrijversgezin. Maakte van Boef de bekendste echte hond van Vlaanderen, en terecht.

De avonturen van een van onze langst meelopende nieuwsjournalisten, bovendien ook een beminnelijke Kempenaar. Springt van oorlogsreportages vlotjes over naar gesprekken met persoonlijkheden als Mick Jagger.

Zelden lees je een boek over zelfmoord dat je op elke bladzijde doet glimlachen. Should We Stay or Should We Go gaat over een hecht en gelukkig Londens koppel, Cyril en Kay, dat een luguber pact sluit wanneer ze nog jonge vijftigers zijn: ze spreken af om samen uit het leven te stappen als Kay tachtig wordt. Aanleiding voor dat pact is de treurige, tien jaar aanslepende aftakeling van Kays vader, die aan alzheimer ten onder is gegaan. Dat lot willen ze zichzelf en hun omgeving - ze hebben drie kinderen - besparen. Cyril is arts, Kay is verpleegkundige: ze weten uit ervaring dat de kans op een kwalitatief leven vanaf die leeftijd erg klein wordt, en redeneren dat ze zowel hun naasten als de overheid wellicht alleen maar tot last zullen worden. Het zelfmoordpact werkt als een opluchting, en er wordt jarenlang niet meer over gepraat. Tot die tachtigste verjaardag plots voor de deur staat. Wat volgt, is een messcherpe, soms ronduit satirische reflectie over de laatste levensfase, in een hedendaags decor waarin ook het referendum over de brexit (Leave or Stay) en het vluchtelingenprobleem de revue passeren, meestal aan de hand van herkenbare en altijd geestig beschreven keukentafeldiscussies.

Lionel Shriver is vooral bekend als schrijfster van We Need to Talk about Kevin, een boek dat later ook verfilmd werd en waarin ze een moordpartij op een school vertelde vanuit het perspectief van de moeder van de jonge dader. Ook in Big Brother behandelde ze al een zwaar maatschappelijk thema (obesitas) op een verrassend lichtvoetige manier. Met Should We Stay or Should We Go, in het Nederlands verschenen als Tot de dood ons scheidt, doet ze dat nog eens op scherpzinnige wijze over voor actieve levensbeëindiging. Een boek om mee te lachen, en om over te praten.

Lees verder onder de afbeelding

Heel af en toe stoot je op zo'n overweldigende nieuwe auteur dat je niet kunt wachten tot ze een heel oeuvre bij elkaar heeft geschreven. De Britse Natasha Brown is zo iemand. Haar eerste roman Assembly (nu ook vertaald als Bijeen)wordt weleens 'een moderne Mrs. Dalloway' genoemd en er zijn inderdaad overeenkomsten met het iconische werk van Virginia Woolf. Ook Browns vertelster, een zwarte Britse vrouw, bereidt zich voor op een groot feest. Ondertussen denkt ze na over alle puzzelstukjes die ze in elkaar heeft gepast om te kunnen worden wie ze is. Haar hele leven lang al doet ze alles wat ze moet doen om overeind te blijven in een - in haar woorden - vijandige omgeving, maar wil ze dat nog wel? Het is vooral de onderhuidse, maar daarom niet minder snijdende maatschappijkritiek waardoor Assembly je al na een paar pagina's naar de keel grijpt.

De zussen Hind en Zahra Eljadid maakten dit boek over hun harde jeugd in een sociaal flatgebouw in Antwerpen eigenlijk samen. In ogenschijnlijk losse passages schetst Hind hoe ze van jongs af in armoede leefden, voor hun zwaar zieke moeder moesten zorgen, constant bang waren dat hun gewelddadige vader weer zou opduiken. Dat doet ze teder en rauw tegelijk. Haar eenvoudige, maar sprekende proza loopt soms naadloos over in (slam)poëzie. Bij elk hoofdstuk heeft Zahra een tekening gemaakt die soms nog harder aankomt dan de woorden van haar zus. Maar ondanks het schrijnende verhaal is Kruimeldief ook heel mooi - in alle betekenissen van het woord. Hind en Zahra Eljadid zijn hoe dan ook twee jonge vrouwen van wie we, apart of samen, nog veel zullen horen.

Vorig jaar publiceerde Knack.be een open brief van rusthuisbewoner Roger Lybaert, waarin hij luidkeels zijn vrijheid opeiste. De tekst werd tienduizenden keren gelezen, Roger mocht zijn boodschap in De afspraak herhalen en werd binnen de kortste keren de bekendste inwoner van een Vlaams woonzorgcentrum. Met die brief was Roger niet aan zijn proefstuk toe. De voorbije jaren schreef hij al heel wat vooral autobiografische teksten en overpeinzingen. Op basis daarvan en van lange gesprekken met haar vader reconstrueerde dochter Leentje Lybaert zijn lange leven en probeerde ze te achterhalen hoe het echt voelt om oud te worden. In een tijd dat we veel te weinig aandacht hebben voor de ervaringen en meningen van tachtigplussers is Roger een must-read voor iedereen die op een dag oud hoopt te worden.

'We evolueren momenteel, ook in democratische landen, naar het zo veel mogelijk buitenspel zetten van de kiezer', schrijft Mark Elchardus in Reset. Het is een van de vele uitdagende gedachten van de VUB-socioloog in een boek dat heel wat onderwerpen behandelt die vandaag de dag de maatschappelijke discussies beheersen, van migratie via mensenrechten tot democratie. Elchardus laat bijvoorbeeld zien hoe de democratie sluipend wordt vervangen door een juristocratie en door economische markten, waarbij de overheid steeds meer uitbesteedt aan bedrijven. Hij onderbouwt dat alles stevig, met verwijzingen naar studies en rapporten in talrijke voetnoten, wars van de heersende opinies en soms zelfs lekker provocerend.

Reset biedt inzicht, zet aan tot nadenken én als het goed is ook tot fatsoenlijke discussies. Dat laatste was helaas niet altijd het geval. We hebben het blijkbaar nog steeds moeilijk met iemand die fors tegen de haren in strijkt.

'De beeldenstormer wordt natuurlijk veelal gedreven door de gedachte dat wat hij verwoest heeft en dus niet meer ziet, niet langer bestaat. Maar dat is een dwaalgedachte', schrijft Koen Lemmens in zijn bundel De dwaling van de beeldenstormer. Het boek is in zekere zin een mooie aanvulling op Elchardus' Reset: in tien essays houdt KU Leuven-jurist Lemmens een pleidooi om bewuster om te gaan met onze traditie. Hij schrijft onder meer over identiteit, het neerhalen van standbeelden en de cruciale rol van onderwijs. Maar ook over het belang van humor in een samenleving die steeds meer lijkt te verzuren.

Dit boek is braaf provocerend in vergelijking met dat van Elchardus, maar zorgt evenzeer voor inzicht, nodigt ook uit tot nadenken over de samenleving waarin we vandaag leven en is voer voor gedachtewisselingen.

'Marktmacht genereert enorme winsten die de enkelingen in staat stellen politieke gunsten te kopen, waardoor die macht verder wordt verstevigd. Het is een vicieuze cirkel die de democratie vernietigt', schrijft Jan Eeckhout. Het boek sluit mooi aan bij wat Elchardus in Reset schrijft over de democratie die sluipend wordt vervangen door de economische markten. UPF Barcelona-econoom Eeckhout verfijnt dat tot de monopoliemacht van bedrijven. Enkele grote ondernemingen, zoals Apple, AB Inbev, Zara en Amazon, zijn veel te dominant geworden, houden de prijzen kunstmatig hoog, boeken grote winsten en weten politieke beslissingen naar hun hand te zetten. Dat is funest voor kleinere bedrijven, het overgrote deel van de mensen en de democratie.

Dit boek is op zijn eigen manier provocerend en zorgt voor een heel nieuw inzicht dat internationaal weerklank kreeg. Het zou ook stof tot discussie moeten opleveren, bijvoorbeeld over de oprichting van een onafhankelijke concurrentie-autoriteit, het liefst wereldwijd, die de middelen krijgt om de marktmacht van de supersterbedrijven binnen de perken te houden.

In februari verschijnt bij uitgeverij Lannoo een Nederlandse vertaling met de titel De winstparadox. Waarom de macht van supersterbedrijven onze economie ondermijnt.

'Uiteindelijk is het beheersen van de overheidsschuld een uitdaging die vergelijkbaar is met die van het beperken van de opwarming van de aarde. In beide gevallen leidt nalatigheid tot zeer zware gevolgen voor de toekomstige generaties en stelt ze de samenleving bij overschrijding van de omslagpunten bloot aan catastrofale gevolgen', staat te lezen op bladzijde 153 van het Verslag 2020 van de Nationale Bank. Dit is een van de beste publicaties van het afgelopen jaar, buiten categorie, want het is gratis. U kunt een pdf downloaden via de site van de Nationale Bank (nbb.be) en hebt meteen de boordtabellen van de Europese en meer in het bijzonder de Belgische economie en financiën. Allemaal voorzien van verhelderende grafieken en met deskundige commentaar. Even van de gelegenheid misbruik maken om iedereen die tot hier is geraakt nog een tip te geven: de talrijke economische en financiële bollebozen van de Nationale Bank verzorgen sinds kort ook een uiterst boeiende blog (via nbb.be/blog), bijvoorbeeld over de vraag of de hoge elektriciteitsprijzen ons banen zullen kosten (spoiler alert: het antwoord luidt 'ja, wel tot 10.000 jobs komen in gevaar, vooral in Vlaanderen').

Het Verslag 2020 is de ideale lectuur om bij een knetterend haardvuur te doorploegen. Heel provocerend in zijn feitelijkheid biedt het diepe inzichten in onze samenleving en veel stof tot nadenken. En als het goed is, zou dit boek de basis moeten zijn bij talrijke discussies over financieel-economische onderwerpen. Jammer genoeg blijkt dan hoe weinig dit standaardwerk wordt gelezen. Een aanrader met stip. Of uitroepteken.

De bekende Franse schrijver vat het plan op om een 'lichtvoetig en fijnzinnig boekje' over yoga te schrijven. Hij verdiept zich al 35 jaar in yoga en wil een soort intellectuele variant op een zelfhulpboek maken. Carrère heeft in zijn leven een aantal zware depressies doorgemaakt maar sinds een jaar of tien gaat het hem, alles in acht genomen, voor de wind, zowel professioneel als in de liefde. Maar zodra hij aan zijn reportagewerk begint, op retraite met andere yogafreaks, kantelt alles, en verandert het boek in het autobiografische relaas van een leven dat in snel tempo uit elkaar valt, en van zijn afdaling in de gekte. De schrijver moet in een gesloten psychiatrische afdeling zelfs een behandeling met elektroshocks ondergaan. Carrère werd na het verschijnen van het boek door zijn ex-vrouw een despotisch ego toegedicht. Je gelooft het zo. Maar de schrijver is ook genadeloos kritisch voor zichzelf, en verder is Yoga superieur geschreven - ik heb het in één ruk uitgelezen.

De mooiste Louis tot dusver wat mij betreft. Hij beschreef eerder al zijn eigen metamorfose van gepest kind uit de verpauperde arbeidersklasse in Noord-Frankrijk tot gefêteerde Parijse intellectueel. In Ze hebben mijn vader vermoord, vertelt Louis met een tot dan ontbrekend mededogen het levensverhaal van zijn vader, een gewelddadige alcoholische man, wiens leven tot stilstand komt na een zwaar arbeidsongeval in de fabriek. Ditmaal richt Louis de blik op zijn moeder, die haar hele volwassen leven alleen geweld door mannen heeft gekend, ook vanwege haar eigen schrijverszoon, die zich op een gegeven moment voor zijn moeder - haar voorkomen, gedrag en sociale status - ging schamen. Het is een prachtig hoopvol boekje, want de moeder slaagt erin de vader van Louis te verlaten, haar extreme armoede achter zich te laten, naar Parijs te verhuizen en een nieuw leven te beginnen. En dat is ook het begin van een nieuwe, liefdevolle verstandhouding tussen moeder en zoon.

Er bestaan veel boeken over Parijs, maar geen enkel heeft zo'n magistrale coverfoto als Gare du Nord. De rest van het boek is even weergaloos als het beeld van Ata Kando: het is het verhaal van een groep kunstenaars uit de Lage Landen die naar de Lichtstad trok, van Masereel tot Van der Elsken en Claus. Toen ik Gare du Nord uit had, hield ik nog meer van Parijs (en ik hou al zo veel van Parijs).

Er bestaan veel boeken over Brussel, maar er bestaat maar één Ever Meulen. In 120 tekeningen tekent hij zijn stad. Het is ook een ode aan de moderniteit. Soms zou ik willen dat de werkelijkheid eruitziet zoals in de tekeningen van Ever Meulen. Was hij maar de artdirector van het leven.

Lees verder onder de afbeelding

Er bestaat veel poëzie over België, maar niemand dicht zoals Max Temmerman. 'Een beschrijving van de geschiedenis van mijn België' noemt hij het zelf, en dat is het ook. Een persoonlijke afdruk van een land in heerlijke woorden en foto's van Diego Franssens.

Er bestaan geen boeken over Pluto, toch geen zoals Lara Taveirne ze maakt. Dit is een waanzinnig familieverhaal, meesterlijk verteld. Taveirne schrijft in een hels tempo, zonder pauze. Ook in allerlei holen van Pluto wordt geweldige literatuur neergepend, op de oranje skai van de bussen.

Een fantastisch boek vol nostalgie. Ook ik had een grootvader willen hebben die Jozef Komkommer heette. Maar ik had niet zo mooi en met zo veel sierlijke krullen over zijn geweldige leven kunnen schrijven als zijn kleinzoon Jo doet in 'De Opkomst en ondergang van de Citroën Berlingo'. Op de cover staan twee Antwerpse cowboys. Daarna volgen 314 pagina's vol prachtige verhalen die me altijd heimwee doen krijgen naar jaren en jongensavonturen waar ik zelf bij had willen zijn.

De overlevenden is een ontroerend mooi verhaal van een gezin met drie broers. Het is een tragedie die eerst verhuld wordt in een leugen. Dat gebeurt waarschijnlijk om bestwil, om het gezin bij elkaar te houden. Maar naarmate de verschillende gezinsleden ouder worden en van elkaar vervreemden, ontvelt die leugen en drijft een ongemakkelijke waarheid boven. De overlevenden toont het magnifieke meesterschap van schrijver Alex Schulman. In elk hoofdstuk, op elke bladzijde en bij elke zin voel je de schaduw die over dit gezin en de drie broertjes hangt.

Naegels op zijn best, beter dan zijn columns en beter dan zijn werk als journalist. Het lijkt erop alsof hij met deze geschiedenis van de 'gastarbeid' zijn biotoop als schrijver heeft gevonden. Mooi hoe hij ons eraan herinnert dat wat wij nu meemaken - de vluchtelingenstroom, de onderstroom van racisme en discriminatie in de samenleving, de angst voor migranten en het daarmee gepaard gaande populisme - zijn oorsprong vindt in de jaren 1950 en 1960. Het is nu al uitkijken naar deel twee van deze geschiedenis.

Knack Partner Content biedt be­drij­ven, or­ga­ni­sa­ties en over­he­den de toe­gang tot het net­werk van Knack. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

Tom Van Grieken vs. Conner Rousseau: 'Ik denk niet dat al onze parlementsleden gevaccineerd zijn'

Mis niet langer het belangrijkste nieuws van de dag. Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

© 2021 Roularta Media Group Alle rechten voorbehouden.